W

Walvlakten Zeer uitgebreide kraters op de maan.
Ware positie De ware positie van een object in ons zonnestelsel is de positie waarop bijvoorbeeld een planeet werkelijk staat op een gegeven tijdstip. Dit is niet de positie waarop we de planeet op dat moment waarnemen — dat is de schijnbare positie. Het verschil wordt veroorzaakt door de lichttijd van het object; het licht van de planeet in de huidige positie heeft tijd nodig om ons te bereiken en pas dan zien we het object daar staan. De ware positie is de positie waar de planeet staat op het moment dat het licht vertrekt, de schijnbare positie die waar de planeet lijkt te staan op het moment dat het licht op aarde aankomt. In de tussentijd heeft de planeet verder bewogen in zijn baan om de zon.
Wassende maan De maan wordt wassend genoemd wanneer deze zich in een fase tussen nieuwe maan en volle maan bevindt, waarbij het verlichte deel van de maan groter wordt. De periode tussen volle maan en nieuwe maan heet afnemende maan of krimpende maan.
Waterstof Het lichtste en meestvoorkomende element. Een waterstof atoom bestaat uit een kern die slechts één proton bevat waarrond één electron beweegt. De zon bestaat voor ongeveer 75% uit waterstof, de aarde slechts voor een kleine fractie.
Wetten van Kepler 1. De banen van de planeten zijn elliptisch met de zon in een brandpunt.
2. Een lijn, van de planeet naar de zon getrokken, beweegt zich over gelijke oppervlakken in gelijke tijden.
3. De tijdsduur voor een planeet om haar baan om de zon af te leggen, neemt toe met de afstand van die planeet tot de zon.
Windrichting De windrichting, zoals noord of zuidoost wordt gebruikt om aan te geven waar een hemellichaam boven de horizon staat. Er zijn vier hoofdwindrichtingen: Noord, Oost, Zuid en West. De vier secundaire windrichtingen liggen precies tussen de twee hoofdwindrichtingen waarmee ze worden aangeduid in, bijvoorbeeld ZW ligt precies tussen Z en W. De acht tertiaire windrichtingen liggen exact tussen een secundaire en een primaire windrichting, bijvoorbeeld ZZW (te lezen als Z–ZW) ligt ten Z van ZW en dus precies tussen ZW en Z.
Winter De winter is een van de vier seizoenen in het jaar, de andere zijn lente, zomer en herfst. De winter op het noordelijk halfrond begint met het wintersolstitium en eindigt met de herfstequinox. Onze winter duurt van ruwweg 21 december tot 21 maart en is met ongeveer 89 dagen de kortste van de vier seizoenen. Het verschil in lengte tussen de seizoenen wordt veroorzaakt door de excentriciteit van de aardbaan.
Wintertijd De wintertijd of winteruur is de standaard-tijdzone die in landen op hogere geografische breedte geldt tijdens de periode die ruwweg van de herfst tot de lente loopt. In de overige maanden geldt in deze landen dan de zomertijd. In de Benelux geldt 's winters de MET.
Wisselwerkingen Er zijn 4 wisselwerkingen of interacties gerangschikt volgens sterkte:
De sterke wisselwerking met het gluon als krachtdeeltje;
De elektromagnetische wisselwerking met het foton als krachtdeeltje;
De zwakke wisselwerking met de zwakke ijkbosonen (gauge boson) als krachtdeeltje;
De zwaartekracht met het graviton als krachtdeeltje.
Witte dwerg De overgebleven kern van een ster die in zijn hoofdfase vergelijkbaar was met de zon en vervolgens zijn buitenste lagen heeft weggeblazen. Een witte dwerg is ongeveer zo groot als de aarde, heeft een zeer hoge dichtheid en is zeer heet, maar geeft vanwege zijn geringe omvang toch weinig licht.